Een paar dagen geleden heb ik de titel al neer gezet, nachten slaap ik onrustig, ik ben naïef, dat is een feit. Ik heb daar nooit zoveel last van. Bij mijn tante Marianne heb ik mij altijd het nichtje gevoeld, we zagen elkaar niet heel vaak en bijna nooit als ook de andere nichten er waren, of de neef en nicht van de andere kant van de familie. Ik weet van mijn vader dat hij het pleegkind was, en zich ook vaak zo heeft gevoeld. Nooit een raar woord maar nu mensen overlijden en verhoudingen veranderen weet ik meer van mijn ouders en familie dan ik eigenlijk weten wil en ook aankan. Het is verleden tijd en heeft niets met mij te maken. Zo is het toch niet helemaal, in het boek nestgeuren staat hier veel over beschreven, de invloed van famillie in je leven.
Tijdens de dienst gingen nichten en neef kaarsen aansteken, ik deed niet mee, voor het eerst voelde ik mij niet "echt"nichtje, buitengesloten, dat deed pijn. Na de dienst kwam een meneer mij condoleren, "jij bent tenslotte ook nichtje",waren zijn woorden, ik was verbijsterd maar ook blij, JA ik was ook nichtje! Na de familie samenkomst vroeg mijn vader om het armbandje van mijn moeder, Marianne had dat na het overlijden van mijn moeder gekregen, oh jee, nicht had de sieraden al mee genomen naar Duitsland, mijn vader zijn tranen branden. Ik ben gewoon boos,teleurgesteld en belazerd, de spullen zijn al verdeeld. Nee, wij hebben niets nodig, het beeldje van de rode kater is genoeg, de kop is eraf geweest maar ik weet zeker dat hij met liefde is gelijmd, "kies maar wat uit hoor, de rest gaat toch weg", Lieve tante Marianne, ik ben heel blij met de rode kater,ik zal nog vaak aan u denken, liefs van uw nichtje Sandra".
Mijn vader glijd af, hij is verdrietig, niet over al het materiële wat hij niet erft, maar over de zus die hij is kwijt geraakt.
Ik probeer het los te laten, maar dat vind ik heel lastig. Ik ben verdrietig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten